dat de verkrijging staande huwelijk bij erfenis, legaat of schenking moet worden geconstateerd door eene notariëele beschrijving, behelzende de herkomst en eene stuksgewijze waardeering, en de verkrijging bij wijze van winst uit eigen zaken of eigen handel door deugdelijke schriftelijke bewijzen;

dat de actis causae zijn gemaakt twee notarieele acten, respectievelijk ddo. 18 Januari 1879 en 4 Mei 18ö6, verleden voor den te Pekalongan resideerenden notaris J. C. van der Mandele, in de eerste waarvan is vermeld, dat appellante, die toen reeds 12 1 / 2 jaar met Koh Tjaij Hien gehuwd was, verzuimd had de haar persoonlijk toebehoorende goederen notarieel te doen beschrijven, en daartoe alsnog wenschte over te gaan, waarom vermeld worden:

Ten eerste. Meubelen en huisraad door de vrouwe comparante successievelijk aangekocht tot eene gezamenlijke waarde van één duizend vijf honderd gulden ƒ 1500.—

Ten tweede. Juweeltn, gemaakt goud en zilverwerk en verdere preciosa's — gedeeltelijk door de vrouwe comparante successievelijk door haar verkregen uit de nalatenschap van hare moeder, wijlen de Chineesche vrouw Tan Wang Giok Nio, in leven echtgenoot van den Kapitein der Chineezen Oeij Ing Soan te Pekalongan — tot eene gezamenlijke waartoe van twintig duizend gulden „ 20000.—

Ten derde. Een huis en erf, staande in de Chineesche Kamp te Pekalongan, wijk Letter H, nommer een honderd vijf-en twintig b, verponding nomrner twee honderd vijf-eu-dertig b.

Blijkende van den eigendom van gezegde vastigheid bij acte, op den 18den Augustus 1878 voor den Resident van Pekalongan onder nommer zes-en-veertig verleden, zijnde dit perceel — hetwelk aan de vrouwe comparante is gelegateerd geworden door haren vader, wijlen den Kapitein der Chineezen Oeij Ing Soan voornoemd — bij de verponding aanslagen tot eene waarde van twee duizend vijf honderd gulden.. . „ 2500.—