quireerdé kennis gegeven bij het mede overgelegd exploit van den deurwaarder bij meergemelde rechtbank van den 26sten Augustus daaraanvolgende;

Gezien de schriftelijke conclusie namens den Procureur-Generaal, door den Advocaat-Generaal Mr. Cli. H. Nieuwenhuys genomen en gedagteekend Batavia 30 November 1894, strekkende: dat bet Hoog-Gerechtsliof bet door den Landraad te Tegal op 11 Augustus j'. gewezen vonnis, waarvan cassatie, zal vernietigen en, ten principale rechtdoende, zal weigeren executoir te verklaren de uitspraak van den Priesterraad te Tegal ddo. 17 September 1893 tusschen partijen gewezen, met veroordeeling van de gerequireerde in al de kosten ;

Nog gezien de stukken, waaronder eene behoorlijk aan zijne wederpartij beteekende, door den requirant ingediende, memorie van cassatie;

O. dat daarbij als eenig middel van cassatie wordt voorgesteld: schending of verkeerde toepassing der aitikelen 78 van het Reglement op het beleid der Kegeering van Nederlandsch-Indië en 1, 2 en 3 van dat op de Rechterlijke Organisatie, juncto Staatsblad 1835 No. 58, door het vonnis vair den Priesterraad te Tegal ddo. 17 September 1893 tusschen htm, requirant, en zijne echtgenoote, de gerequireerde, gewezen executoir te verklaren en dus dat vonnis te bekrachtigen, alhoewel die Priesterraad daarbij uitspraak deed in zaken, die niet tot zijne bevoegdheid behoorden, hem, rtquirant, namelijk veroordeelde tot betaling eener som van f 170.—, die de gerequireerde volgens haar zeggen bij haar huwelijk met hem had ingebracht, of bij gebreke van dien tot afgifte van een huis, twee erven en 20.000 gebakken steenen, en wijders tot voldoening aan de gerequireerde eener som van f 18.—, wegens levensonderhoud gedurende de zes maanden, dat hij met haar heeft saamgewoond;

O. dat de Priesterraad te Tegal bij zijn opgemeld, door den Landraad executoir verklaard, vonnis den requirant veroordeelde: I. Om aan zijne echtgenoote, de gerequireerde, terug te geven eene som van f 170.—, welke zij volgens haar beweren bij haar huwelijk met den requirant had medegebracht,