le. by artikel 385 van het Strafwetboek voor de Europeanen het wettelijk gezag van dat recht onvoorwaardelijk is afgeschaft en, zoo het daarop volgend artikel vroegere algemeene verordeningen, reglementen en keuren of andere verbindende wettelijke verordeningen en besluiten in stand houdt ten aanzien van onderwerpen, die bij het Strafwetboek niet zijn geregeld, deze tegenstelling aldus moet worden verstaan, dat wanneer die verordeningen enz. speciale bepalingen vaststellen op misdrijven en overtredingen, niet bij het Strafwetboek voorzien, deze, wat hunne bizondere criteria en dc bedreigde straffen betreft, ook naar die verordeningen zullen worden berecht, doch dat blijkens artikel 35 van het Europeesch Strafwetboek de algemeene beginselen, vervat in het eerste boek daarvan en niet die van het Roomsch-Hollandseh recht ook op die verordeningen van toepassing zullen zijn, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald;

2e. tijdens de afkondiging van het Drukpers-Reglement en zijne corollaria het wettelijk gezag van het Roomsch-Hollandsch recht, waaronder men in den regel ook gewoon was te begrijpen de verordeningen enz. vóór den Maarschalk Daendels uitgevaardigd, reeds lang in onbruik geraakt en dit „de facto" was vervangen door den Code Pénal, zoo 't heette als consultatief recht, waarvan onder anderen ook getuigenis aflegt liet DrukpersReglement zelf, dat in zijn speciale strafbepaling, te beginnen met artikel 23, in de woorden „smaad, hoon en laster" eenvoudig volgt de terminologie der Nederlandsche jurisprudentie sedert de invoering (of althans der voorloopige handhaving in December 1813) van den Code Pénal [officieele vertaling], welks straffen, ook wat artikel 21 van het reglement betreft, werden toegepast facultaief met de verhooging, in het tweede lid van dat artikel vermeld;

3e. eene andere opvatting zou moeten leiden tot de ongerijmde conclusie, dat de wetgever in liet Drukpers-Reglement is uitgegaan van tweeërlei beginselen van strafrecht, met andere woorden, op twee gedachten heeft gehinkt, wijzende de min of