x^DVIJZEN OF CONSULTATIEN.

Advijzen of Consultatien van Advocaten of Procureurs zyn Mondeling of Schriftelyk. De Mondelingen Advyzen zijn eigentlijk onmiddelyke Sentimenten en Raadgevingen door een Advocaat. of Procureur op de voorstellingen van den Consulent gegeven, nopende de gefundeertheid of ongefundeertheid van de Zaak in Questie, en over de wijze hoedanig dezelve in Rechten behooren aangelegt en gedefendeert te worden. De Schriftelijke Advijzen bestaan in een duijdelijke, bev atbaare en op de Wetten steunende opinie, aangaande de gegrontheid, of ongegrontheid van den staat des geschil tussen Partyen Litiganten, gegeven, en in geschrifte gesteld door een Hoogleeraar in de Rechten, of een gepromoveert Advocaat, zoo in Zaken rakende zijn Patrocinie, als in zulke waar over hij maar blotelyk geconsuleert is geworden, alles bekragtigd, en geaffirmeert door bondige en vallable allegatien uit het beschreven Recht, en de meest gerespecteerde Rechtsgeleerde Schryveren, mitsgaders door zodanige notable Decisien, en Gewijsden zoo van de Hoven van Justitie als van particuliere Rechtbanken voormaals in diergelyke Materie van Zaken gevallen en die tot het verseerende geval applicabel kunnen worden gemaakt, 't is ondertusschen buiten bedenking, dat een Mondeling Advijs met meerder zwarigheeden geaccompagneert gaat dan een Schriftelijk Advijs, om dat de Raadgevingen bij het eerste doorgaans op staande voet gegeven worden, en dat veelmaale op verwarde, duistere, en abusive verhalen, der Adviseerende Perszoonen; waar door het ligt gebeuren kan, dat de allerbedrevenste en kundigste Advocaat in de wijze van opinieeren Kapitale Vergissingen, en Mefusen begaat; Daar in tegendeel een Schriftelijk Advijs gepriviligeert is met het important voordeel van met behoorlijke Applicatie, en overleg bestudeert, en tegen de gedagten van zommige Rechtsgeleerde Autheuren in vroeger tijden over diergelijke Materie geschreven hebbende, geconfronteert, en vergeleeken tc kunnen worden. Zie verder hier over Academie der Jonge Practizyns Cap. 6, Pag. 68 en 75, alwaar