STRAFZAKEN.

HOOG-GERECIITSHOF VAN NEDERLANDSCH-INDIË. (Eerste Kamer).

CASSATIE.

Zitting van 4 Juli 1895. ,

Voorzitter: Mr. J. Sibenius Trip.

Elementen der overtreding van art. 17 Stbl. 1879 No. 286.

Bij art. 17 van Stbl. 1879 No. 286 (sedert gewijzigd bij Stbl. 1890 No. 116, 1891 No. 41 en 1892 No. 223) is strafbaar gesteld het bezit van koffie in de bij art. 13, 2o. aangewezen kringen, boven de ingevolge dat artikel bepaalde hoeveelheid, tericljl op dat algemeene voorschrift in genoemd art. 13, 2o. eene uitzondering is gemaakt voor de Inlandsche bezitters van koffietuinen, hunne hulpplukkers, zoomede de ondernemers van aan den Lande te leveren koffie.

Hier is dus sprake van een zoogenaamd fait d'excuse, hetwelk een in 't algemeen strafbaar feit in zékere speciale gevallen en onder zekere omstandigheden niet strafbaar doet zijn, zoodat het geen vereischte is het niet bestaan der uitzondering als een element der overtreding in de ten laste legging op te nemen.

HET HOOG-GERECHTSHOF VAN NEDERLANDSCH-INDIË,

Gelezen het in liooger beroep van een vonnis van den Landraad te Ambarawa, ddo. 19 Februari 1895, door den Raad van Justitie