4o. den Chinees Oei Bok Jem, handelaar, wonende te Singapore, geintimeerden, de lo. geintimeerde eonip. eerst hij den Adv. en Proe. Mr. A. H. du Mosch, en daarna bij den Adv. en Pree. Mr E. H. Winkelman, 2o., 3o. en 4o. geintimeerden defaillanten.

II KT HOOG-GERECHTSHOF VAN NEDERLAXDSC'H-INDIË,

Gehoord partijen; Gezien de stukken; Ten aanzien der daadzaken:

Overnemende liet exposé daarvan vervat in het tussehen den thans lsten geintimeerde als eischer en den lsten appellant," mede handelende voor den 2den appellant en voor de overige geintimeerden, als gedaagde gewezen vonnis van den Raad van Justitie te Batavia (Eerste Kamer) ddo. 1G Februari 1894, waarbij, met verwerping van het door eischer voorgestelde niet-ontvankelijkheidsmiddel, de gedaagde ontvankelijk is verklaard met zijn tegenspraak met uitzondering van die gronden daarvoor, welke hij eerst bij conclusie van antwoord heeft voorgebracht, met welke laatste hij niet-ontvankelijk is verklaard en wijders den eischer zijne vordering is toegewezen, de gedaagde in privé en in zijne hoedanigheid als gemachtigde a. van den Chinees Oei Bok Soei in zijn privé en in zijn hoedanigheid als voogd over de minderjarige Chineesehe vrouwen Oei Kesseep en Oei Poctih, dochters van wijlen Oei Bok King, b. van de Chineesehe vrouw Tan Yoc Nio, weduwe van wijlen den Chinees Oei Bok Lien, c. van den Chinees Oei Tian Goan, zoon van genoemden Oei Bok Lien en <?. van den Chinees Oei Bok Jem, kwaad opposant is verklaard tegen 's Raads bevelschrift ddo. 26 Juni 1891 en de daarbij bedoelde uitgifte der tweede grossen van na te melden hypotheek-acten, mitsdien ondeugdelijk en opgeheven is verklaard de daartegen door liem gedane oppositie en gedaagde is veroordeeld om te gehengen en te gedoogen, dat door den bewaarder der acten op den 4den Maandag na