voor dien rechter als eischer mag optreden; dat integendeel de Europeaan in kleine zaken zijn tegenpartij voor den dikwerf ver verwijderden raad van justitie moet roepen, en dan alleen uit de op de hoofdplaats aanwezige procureurs een gemachtigde mag kiezen, die bovendien nog van een authentieke volmacht moet voorzien worden, terwijl de kosten van een en ander voor zijn rekening blijven, — een regeling, die alles te zamen genomen te weeg brengt, dat Europeanen met betrekking tot dergelijke zaken grootendeels rechteloos zijn.

woord „partijen" in art. 108, le. en 124, 2e. Recht. Org., waardoor de eisch gesteld wordt, dat eerst dan wanneer niet slechts de gedaagde maar ook de eischer een inlander of met dezen gelijkgestelde is aan de europesche wetgeving onderworpen, de enropesche rechter bevoegd is. Art. 9 Overg. bep. heeft blijkbaar alleen de strekking om dezen eisch te verminderen en bevoegdheid van den enropesehen rechter aan te nemen, wanneer enkel de gedaagde aan de enropesehe wetgeving is onderworpen. Geenszins was het de bedoeling met dat artikel om de categorie van hen die volgens art. 108 R. O. als eischers voor het residentie-gerecht knnnen optreden, n.1. inlanders of met dezen gelijkgestelden, nit te breiden tot Europeanen. De heer "Wichers omschreef de strekking van art. 9 Overg. bep. aldus. „Deze bepaling is noodzakelijk voorgekomen tot handhaving van het bij de nieuwe wetgeving aangenomen beginsel, dat de eischer zijne wederpartij voor den enropesehen of inlandsehen rechter moet dagvaarden, naar mate die partij aan de europesche of wel aan de inlandsche wetgeving is onderworpen". (Tijdschr. het R. in N. I: dl. XIII, blz. 332).

ERRATA.

Blz. 142, 9e. regel v.b. staat: „met conservatoir arrest"; lees: „met het conservatoir arrest".

Blz. 143, 13e. regel v.o. staat: „vooral": lees: „vooraf".

LXY.

21