2. Sowikromo alias Tarman, oud naar naar gissing dertig jaar, geboren en laatstelijk woonachtig in de desa Prigi voormeld, van beroep daglooner, met last dat zij onmiddellijk op vrije voeten zullen worden gesteld, tenzij zij om andere redenen in hechtenis behooren te blijven;

Nog gelezen het requisitoir namens den Procureur-Generaal genomen door den Advocaat-Generaal Mr. W. C. van Benthem Jutting, gedagteekend 28 September 1895, daartoe strekkende dat het Hoog-Gerechtshof, met vernietiging der voormelde beschikking, zal beslissen dat de aan de verdachten Wirohastro alias Kasmin en Sowikromo alias Tarman ten laste gelegde feiten niet behooren tot de kennisneming van den Landraad, en alsnog de terechtstelling dier beide verdachten zal bevelen ter zake in dat requisitoir omschreven voor de Rechtbank van Omgang, zitting houdende te Bodjonegoro, met last tot hunne inhechtenisneming;

O. dat uit het gehouden voorloopig onderzoek genoegzame aanwijzingen voortvloeien om Wirohastro alias Kasmin en Sowikromo alias Tarman — de laatstgenoemde na reeds te voren wegens misdrijf te zijn veroordeeld geweest — er van verdacht te houden dat zjj zich, in den nacht van Zaterdag 1 op Zondag 2 Juni 1895 omstreeks twaalf uur, gewapend met koevoet en hakmes, hebben brgeven naar het woonerf van den Inlander Karsadi in de desa Grajoe, district Pellem, afdeeling Bodjonegoro, met het doel om aldaar diefstal te plegen de omheining, welke dat erf geheel omgaf, aan den noordkant zijn overgeklommen en de sluiting der deur van het op dat erf staande bidhuis. waarin Karsadi's grootmoeder woonde, hebben geopend door de hand te steken door eene opening in de planken vloer, welke opening was ontstaan doordien zij een paar planken hadden verschoven;

dat zij, onder dat bidhuis door Karsadi ontdekt, zijn te voorschjjn gekomen, waarna de tweede verdachte, nadat Karsadi den eerste met een lans onschadelijk had gemaakt, hem die lans willende ontrekken, Karsadi met het hakmes een houw