Over de rechter hand gegeven en diens duim verwond heeft, waarna hij met die aan Karsadi toebehoorende lans is weggeloopen;

O. dat deze feiten, ter zake waarvan door den ProcureurGeneraal de terechtstelling van de verdachten voor de Rechtbank van Omgang is gerequireerd, krachtens het bepaalde in artikel 105, lo. van het Reglement op de Rechterlijke Organisatie en het Beleid der Justitie, in verband met de artikelen 1, 3 en 299 van het Wetboek van Strafrecht voor Inlanders, behooien tot de kennisneming van de Rechtbank van Omgang;

O. dat echter aan het Hoog-Gerechtshof (3e. Kamer) bij geene wetsbepaling de bevoegdheid is toegekend om in een geval als het onderwerpelijke, met vernietiging der beschikking van den Voorzitter van den Landraad, de zaak te verwijzen naar het Omgaand Gerecht;

dat wel bij art. 240f. alinea 2 van het Inlandsch Reglement is bepaald, dat liet Hoog-Gerechtshof in de gevallen voorzien bij art. 240e. alinea 2 eodem— alzoo wanneer de President van den Landraad, zoo als onderwerpelijk, oordeelt dat geene voldoende redenen bestaan tot verdere vervolging — bevoegd is de door den President genomen beschikking te vernietigen en de terechtstelling van de beklaagden te bevelen, doch dat die terechtstelling uit den aard der zaak en blijkens de plaatsing van evengemeld artikel in de afdeeling over de verwijzing naar de terechtzitting van den Landraad, voor geene andere rechtbank dan voor die van den Landraad behoort te geschieden, wordende hierdoor evenwel geen inbreuk gedaan aan de bevoegdheid van den Landraad om alsnog over zijne competentie in de zaak te oordeelen en dus zoo noodig zich van de kennisneming daarvan te onthouden;

Gelet op de aangehaalde wetsbepalingen, zoomede op artikel 240/'. alinea 2 juncto artikel 83 alinea 4 van het Reglement op de uitoefening der politie enz. ;

Beschikkende:

Vernietigt de bovengenoemde beschikking.