de oorspronkelijk aan reclamant opgelegde straf te veranderen, wanneer daardoor die straf niet meer staat in juiste verhouding tot de zwaarte der door reclamant gepleegde strafbare han' deling.

HET HOOG-MILITAIR-GEHECHTSHOF,

Gezien de dispositie van den Krijgsraad te Padang van 4 September 1895, waarbij H., F.. A., J. d. H. algemeen stamboek No. 24455, oud 34 jaren, geboren te 's Hage (Zuid Holland), dienende als Europeesch sergeant bij liet gedetacheerd gedeelte van het 4e Depot-Bataljon te Fort de Koek, reclamant, gegrond is verklaard met zijne reclame over de eener hem, op 7 Augustus 1895, door den plaatselijk militairen commandant te Fort de Koek, den Majoor der Infanterie J. F. T. V., opgelegde straf van vier dagen cachot te water en rijst, omschrijvende reden, luidende: „Als planton in beschonken toestand in de cantine aangetroffen", met opheffing van zijn arrest en wijziging der strafreden in: „Als planton in slapenden toestand in de cantine aangetroffen";

O. dat de Krijgsraad op alleszins juiste gronden reclamant met zijne reclame gegrond heeft verklaard, doch verzuimd heeft de oorspronkelijk aan reclamant opgelegde straf te veranderen, daar deze, door reclamants gegrondverklaring, niet meer in eene juiste verhouding staat tot de zwaarte der door hem gepleegde strafbare handeling;

O. dat reclamant zijne reclame wel is waar alleen tegen de omschrijvende reden heeft ingebracht, doch aan den rechter ongetwijfeld de bevoegdheid toekomt de opgelegde straf, al is daarover niet gereclameerd, in eene juiste verhouding te brengen tot de zwaarte der gepleegde strafbare handeling;

O. dat des Krijgsraad dispositie mitsdien, ten aanzien der opgelegde straf, verbetering behoeft;

Gelet op het Koninklijk Besluit van 2 November 1873 No. 26, afgekondigd in Staatsblad 1874 No. 28;