moest worden gesteld, in de arrestkainer een bedkoets stnk tc slaan en een raam uit te breken, tengevolge waarvan hij in de boeien moest worden gezet en overgebracht naar het steenen kampement alwaar hij wederom ergerlijke ongeregelheden heeft gepleegd, verkeerende hij onder den invloed van sterken drank, gevende hij hierdoor blijken niet waardig te zijn een graad te bekleeden", is verklaard, dat reclamant, door het inbrengen der reclame, zich heeft schuldig gemaakt aan verregaande oneerbiedigheid. deswege is veroordeeld tot de straf van provoost, om den anderén dag te water en rijst en gesloten voor den tijd van veertien dagen en is verwezen in de kosten en rnisen der Justitie, alsmede in die van den processe;

O. dat de door reclamant ingebrachte reclame is gericht tegen de zwaarte der hem opgelegde straf en de volgende gedeelten der strafreden:

lo. „na meermalen tengevolge van misbruik maken van sterken drank gestraft te zijn";

2o. „en in het kampement zich na het opleggen van het voorloopig arrest wederom tegen dien Onderofficier opgepast te gedragen, waardoor hij in arrest moest worden gesteld";

3o. „een bedkoets stuk te slaan"; 4o. „verkeerende hij onder den invloed van sterken drank"; 5o. „gevende hij hierdoor blijken niet waardig te zijn een graad te bekleeden":

O. ad 4, dat de Krijgsraad te recht, op de gronden bij zijne dispotitie uiteer gezet, reclamant ongegrond heeft verklaard met zijne reclame over dit gedeelte der strafreden;

O. ad 1, dat reclamant ten onrechte zich daarmede bezwaard acht, omdat, blijkens de bewoordingen der omschrijvende strafreden, reclamant niet meermalen ter zake of wegens een der daarin vermelde feiten zou zijn gestraft, maar die bewoordingen, bij een juiste grammaticale ontleding, gecne andere uitlegging gedoogen, dan dat reclamant reeds vroeger meermalen was gestraft en wel voor het plegen van feiten, als in het strafregister bekend gesteld; dat reclamant echter blijkbaar te goeder