de legitieme voor Cliineezen in de praktijk constant werd toegepast, die verder van liet beginsel uitging om de uitzonderingen op de toepasselijk verklaring tot bet strikt noodzakelijke te bepalen, bij vergissing den gelieélen dertienden titel onder de toepasselijkverklaring heeft opgenomen? Dat het zijn ware bedoeling zou geweest zijn om de in dien titel voorkomende afdeeling over de legitieme portie niet toepasselijk te verklaren? De uitsluiting van den Xllden titel, handelende over de erfopvolging bij versterf, lichtte de ontwerper zelf aldus toe: „Men heeft de erfopvolging bij versterf beschouwd als samenhangende met godsdienstige wetten en instellingen van den vreemden oosterling; de bevoegdheid om bij uitersten wil te beschikken, het recht van beraad en het voorrecht van boedelbeschrijving zijn daarentegen aangemerkt als loutere uitvloeisels van het burgerlijk recht, van welke dus slechts gebruik kan worden gemaakt door hen, die zich aan die burgerlijke wetgeving onderworpen hebben of daaraan onderworpen zijn". Volgens den gedachtengang van den ontwerper, kon dus een vreemde oosterling de bevoegdheid tot testeeren alleen aan ons recht ontleenen; vandaar dat hij toepasselijkverklaring van den XlIIden titel noodzakelijk achtte. In dien gedachtengang krijgt dus een vreemde oosterling een beperkte of onbeperkte bevoegdheid tot testeeren, alnaarmate onze wet die bevoegdheid beperkt of vrijlaat. Zou nu de ontwerper de bepalingen omtrent de legitieme portie hebben willen uitsluiten, hetgeen in zijn gedachtengang beteekenen moest het toekennen van een ongebreidelde bevoegdheid tot testeeren? Geloove, wie het kan. Nog eens werd de aandacht van den ontwerper op den XlIIden titel bepaaldelyk gevestigd. Men had de vraag gedaan, of het niet beter ware in artikel 1 de loer der testamenten uit te sluiten behalve die der openbare. Van een andere zijde werd hierop geantwoord: „Had men in art. 1 de leer der testamenten uitgesloten, behalve die der openbare, dan zou niets van den 13den titel toepasselijk zijn geweest, behalve de artikelen, handelende over de openbare testamenten. Nu is de geheeie 13de