Justitie te Padang heeft verklaard van voorschreven vonnis in cassatie te willen komen;

Gelezen de door den requirant ingediende memorie in cassatie ddo. 6 November 1895;

Nog gelezen de conclusie ddo. 4 Januari jl. namens den Procureur-Generaal genomen door den Advocaat-Generaal Mr. P. Lugt, strekkende tot verwerping van den eiscli in cassatie, met veroordeeling van requirant in de kosten;

Gehoord het rapport van den Raadsheer Mr. W. C. Berkhout;

Gezien de stukken;

O. dat door den requirant de volgende middelen van cassatie zijn aangevoerd:

lo. schending van artikel 542 van het Reglement tot regeling van het rechtswezen ter Sumatra's Westkust, luidende: „Geen „rechter mag kennis nemen van een geding, waarbij hy persoonlijk, hetzjj rechtstreeks, hetzij zijdelings, belang heeft

„de rechter, die in zoodanig geval van uitsluiting verkeert, is „gehouden zich uit eigen beweging, zonder dat het noodig is „dat daartoe aanzoek worde gedaan door den belanghebbende, „van de kennisneming der zaak te onthouden;

2o. schending van alinea 2 van artikel 30 en artikel 31 Reglement op de Rechterlijke Organisatie: „In de vonnissen, „die op stellige wettelijke bepalingen zijn gegrond, moeten „deze vermeld worden op straffe van nietigheid voor in„landsche rechtbanken, voorgezeten door een Europeeschen rechter";

3o. schending of verkeerde toepassing van artikel 349 Reglement op de Strafvordering en van artikel 430 Reglement tot regeling van het rechtswezen ter Sumatra's Westkust, welke 2e alinea luidt: „De duur van den lijfsdwang kan ten langste „worden gesteld op één maand voor elke verschuldigde f 200.— „(twee honderd gulden);

4o. schending van alinea 1 van artikel 19 van Staatsblad 1890 No. 149, gelijk zij luidt volgens Staatsblad 1893 No. 71 juneto Staatsblad 1890 No. 155;