gelegd, dat hij — na reeds tevoren te zyn veroordeeld geweest en wel:

a. ter politierol, tweemalen wegens diefstal; b. door den Landraad:

lo. tot 0 maanden dwangarbeid buiten den ketting wegens diefstal met buitenbraak in de aanhoorigheid van een bewoond buis; 2o. tot 2 jaren dwangarbeid buiten den ketting wegens diefstal met ondergraving in een bewoond huis;

3o. tot 3 jaren dwangarbeid buiten den ketting wegens liet als reeidivist plegen van twee diefstallen met inklimming in de aanhoorigheid van een bewoond huis;

deze drie feiten onder verzachtende omstandigheden;

4o. tot 2 jaren dwangarbeid buiten den ketting wegens het als recidivist plegen van diefstal;

c. door het Hoog-Gereclitshof van Néderlandsch-Indie:

tot 5 jaren dwangarbeid buiten den ketting en twee geldboeten van /' 100.— wegens het als recidivist plegen van diefstal, medeplichtigheid aan diefstal met braak door heling van het gestolene en oplichting jegens twee personen; — tusschen 9 en 5 uur in den nacht van Zondag op Maandag, 31 Maart op 1 April 1895, de schuif van de deur der door den Inlander Jaman, in kampong Kaoem, dessa Karangtengali, district Tjiheulang, afdeel ing Soekaboemi voornoemd, bewoonde waroeng heeft uitgetrokken en vervolgens uit die woning arglistig heeft weggenomen de navolgende aan dien Inlander, althans niet beklaagde, toebehoorende goederen:

twee stel tabakmanden gevuld met 80 rollen tabak /' 17.50 twee katie gambier „ 0.70 48 pakken lucifers „ 3.60 een zwarte hoofddoek ,, 0.75 een sitsen baadje „ 0.50 een badi „ 3.50 een rood papieren zonnescherm „ 0.20 tot een gezamenlijke waarde van f 26.75

(zes en twindig gulden, vijf en zeventig cents);