Rechterlijke Organisatie het Hoog-Gerechtsliof kennis neemt van

den eisch tot cassatie in de bij de twee daarop volgende artikelen omschreven gevallen, behoudens de uitbreiding van dit rechtsmiddel bij latere wettelijke bepalingen;

dat nu wel volgens artikel 171 van het Reglement op de Rechterlijke Organisatie handelingen en vonnissen in het hoogste ressort van de Raden van Justitie, zoo in burgerlijke zaken als in de strafzaken vermeld bij artikel 130 van het Reglement op de Rechterlijke Organisatie, vatbaar zijn voor cassatie, doch daargelaten of eenc aan een notaris door den Raad van Justitie gedane berisping is eenc handeling in het hoogste ressort, zoodanige handeling noch is eene burgerlijke zaak, noch eene in die omschrijving vallende strafzaak;

dat er geene latere wettelijke bepaling bestaat, waarbij het middel van cassatie is uitgebreid tot eenige handeling of beslissing van de Raden van Justitie, betreffende het disciplinair toezicht op notarissen;

dat mitsdien het beroep in cassatie ingesteld tegen het boven omschreven besluit van den Raad van Justitie te Soerabaja niet kan worden ontvangen;

Lettende op de aangehaalde wetsbepalingen en de artikelen 807 s.q.q. van het Reglement op de Burgerlijke Rechtsvordering;

Beschikkende:

Verklaart den requirant niet-ontvankelijk met het door hem ingesteld beroep in cassatie.