uitsluiting van de dochters van de erfopvolging over te nemen, en uit het Europeesche recht de bevoegdheid om over een groot deel van zijn vermogen bij uitersten wil vrij te beschikken. Die twee dingen vloeken tegen elkander. Den lezer van ons opstel zal dit duidelijk genoeg geworden zijn. Wordt de uitsluiting der dochters verworpen, dan brengt dit weder mede, dat ook het Europeesch erfrecht ab intestato op Chineezen zonder bezwaar kan worden toepasselijk verklaard. Natuurlijk gewijzigd, pasklaar gemaakt, door zooveel mogelijk met Chineesche opvattingen rekening te houden, waartoe dit recht zich bij uitnemendheid leent en waartoe art. 75 11. Et. ook de bevoegdheid geeft. Doch wij zouden geheel nieuwe onderwerpen aanvatten en ons opstel zou al te lang worden, indien wij de voor hier te lande gevestigde Chineezen naar ons inzien noodige hervormingen ten aanzien van het burgerlijk en handelsrecht gingen ontwikkelen.

Batavia , Juli 1896.

Mr. P. II. FKOMBERG.