artikel synoniem is niet „minderjarigen" ( ] ). — Ook art. 35 S. v. I. handelende over het oordeel des onderscheids van beklaagden beneden de 16 jaren kan niet onbeperkt voor den Inlander gelden. In het artikel wordt immers gesproken, dat de beklaagde, zoo beslist is dat hij zonder oordeel des onderscheids gehandeld heeft, vrijgesproken moet worden, maar moet dan „naar gelang der omstandigheden, hetzij aan zijne ouders of naaste bloedverwanten teruggegeven, hetzjj geplaatst (worden) in een verbeterhuis, om daar te worden opgevoed gedurende een aantal jaren bij het vonnis te bepalen, maar in geen geval langer dan tot de vervulling van zijn twintigste jaar". Nu duiden de woorden „ ouders; teruggegeven; verbeterhuis; opgevoed en twintigste jaar ( 3 ), mijns erachtens, onmiskenbaar aan, dat de wetgever hier enkel en alleen

( 1 ) Zie nog Mr. Margadant, t. a p. bl. 475.—

De Baad van iDdië zag m. i. te recht in, wat ook door den wetgever niet werd tegensproken, dat in art. 252 de bedoeling was om minderjarigen te beschermen en toch wijst dat college er niet op, noch denkt de wetgever er aan, dat de Inlander op 18 jarigen leeftijd reeds lang meerderjarig is.

Over de beteekenis van „minderjarigen" in de art, 270, 271 en 330 S. v. I. bevat de historie der wet hoegenaamd niets. (Zie der Kinderen t. a. p. bl. 182, 183, 188 en 199).

( 2 ) Dit vooral in verband met het gelijkluidend artikel 32 S. v. E. jis. art. 330 B. W. en art. 1 la. n, lo Stbl. 1855 No. 79.

Het is opmerkelijk, dat de wetgever bij art. 35 verzuimd heeft om toe te lichten hoe een inlandsche beklaagde van 16 jaren, van wien hij toch wist dat hij meerderjarig was, bij vrijspraak nog teruggegeven kon worden aan ouders of in een verbeterhuis geplaatst om aldaar opgevoed te worden tot zijn twintigste jaar. Te opmerkelijker is dit, daar hij ad articulnm er bij voegde, dat een 16 jarige inlandsche schoone op dien leeftijd soms reeds een of tweemalen moeder is. Het zal den wetgever toen toch wel voor den geest hebben gestaan, dat een zoodanige inlandsche moeder volgens de Moh. wet meerderjarig was, en hoe kon zoo'n moeder nu aan „ouders" „teruggegeven" worden om „opgevoed" te worden i De meerderjarige wordt niet aan ouders teruggegeven, alleen dc minderjarige. (Zie der Kinderen, Wetb. v, S. voor Inlanders met toelichtende memorie, blz. 122 en 123).