je moeders schaamdeel; ik zal hem leeren, ik zal hem in de gevangenis stoppen";

O. dat bij artikel 1 van het Reglement op de Rechterlijke Organisatie en het beleid der .Justitie in Nederlandsch-Indië is aangegeven aan welke rechtbanken en gerechten de uitoefening der rechterlijke macht voor Java en Madoera is opgedragen, echter de bestaande verordeningen omtrent het rechtswezen in de residentie Djokdjakarta van volle kracht zijn verklaard, totdat daaromtrent nader zal zijn beschikt;

dat deze nadere beschikking tot dusverre is achterwege gebleven en onder anderen van kracht is gebleven de Resolutie van 11 Juni 1831 No. 30, welke, ten einde allen twijfel omtrent hare algemeene verbindbaarheid weg te nemen, door plaatsing in het Staatsblad (1876 No. 140) in den vorm, voorgeschreven bij artikel 31 van het Reglement op het beleid der Regeering in Nederlandsch-Indië van 1854, is afgekondigd;

dat nu bij deze resolutie in artikel 6 litta. e is bepaald, dat ter kennisname van den Residentieraad te Djokdjakarta zullen staan de politie-overtredingen door Europeanen begaan, zullende — gelijk het daar verder luidt — dezelfde personen wegens wanbedrijven en misdaden worden getrokken voor den Raad van Justitie te Semarang;

dat echter in het Strafwetboek voor Europeanen van 1866, op het voetspoor van de bij Staatsblad 1848 No. 6 afgekondigde bepalingen ter regeling van eenige onderwerpen van strafwetgeving welke dadelijke voorziening vereischen, de strafbare handelingen worden verdeeld in misdrijven en overtredingen, zoodat de vaststelling der competentie in allen gevalle niet rechtstreeks aan de hand der tegenwoordige voorschriften van materieel strafrecht kan plaats grijpen;

dat dan ook den vervaardiger van meergemelde resolutie, zich van zijne opdracht kwijtende op een tijdstip dat het strafrecht hier te lande ongecodiiiceerd was, voor oogen moet gestaan hebben de drieledige verdeeling van het in Nederland destijds geldende Code Penal, hetwelk, ingevolge zjjne artikelen 376

LXVI. 25