Art. 10 Strafv. — Klachtdelict. — Voorwaarden voor de intrekking der klacht en gevolgen daarvan voor den medeplichtige.

Indien de beleedigde partij zijne klacht, ingediend krachtens art. 10 Regl. Strafv. tegen zijne vrouw wegens overspel, intrekt vóór de sluiting van het onderzoek ter terechtzitting, maar zonder dat het hlijkt, dat hij in handen van den Griffier het bedrag der bereids aangewende kosten heeft betaald, dan mag die intrekking niet worden aangenomen.

De intrekking der klacht tegen de overspelige vrouw, op wettige wijze geschied, heeft ook de staking der reeds aangevangene vervolging tegen haren medeplichtige ten gevolge, omdat de wet geen onderscheid maakt tussehen den hoofdschuldige en den medeplichtige 375

REVISIE.

Art. 122 Strafw. Inl. — Knevelarij.

Tot het wezen van het misdrijf van knevelarij (art. 122 Strafw. voor Inl.) behoort, dat de openbaar ambtenaar, mfsbruik makende van het openbaar gezag aan zijne betrekking verbonden, in die qualiteit geld of goed van iemand vordert of ontvangt dat niet of meer dan verschuldigd is.

Een petinggi, die van een zijner dessagenooten f 5.— als geldboete heeft gevorderd en ontvangen, zij het ook met de wetenschap, dat die persoon dat bedrag niet uit eenigen hoofde verschuldigd was, pleegt geen knevelarij, omdat het niet tot den werkkring van een petinggi behoort om geldboeten te innen (tenzij op uitdrukkelijken last van de daartoe bevoegde autoriteit). . 314

(Derde Kamer).

Art. 305, lo. Inl. Regl. — Bevoegde rechter.

Wanneer een beklaagde voor den Landraad terecht staat ter zake van misdrijf, maar uit het onderzoek ter terechtzitting mogt gebleken zijn, dat de ten laste gelegde feiten slechts eene overtreding, behoorende tot de competentie van den politie-rechter, daarstellen, mag de Landraad zich niet onbevoegd verklaren van de zaak kennis te nemen en haar verwijzen naar den politie-rechter, maar is die rechtbank, krachtens het bepaalde bij art. 305, al 1 van het Inl. Regl., verplicht de op het feit gestelde straf op te leggen 106

Art. 127 sub lo. jo. 171 R. O. — Gevolgen van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van een Raad van Jus-