die de wet als een volledige erkenning beschouwt en waaraan zij rechtsgevolgen verbindt. Welke factoren noodig zijn, om eene erkenning tot eene volledige of rechtsgeldige te maken, leeren ons de artikelen 280 v.v. B. W., en waartoe dan, zooals we zagen, volgens art. 281 al. 1 B. W. o. a. vereischt wordt een authentieke acte. Tot het opmaken van zoodanige acte is o. m. bevoegd de notaris (art. 1 Not. wet Stbl. 1860 No. 3). Zoo zal deze dus bij notarieële acte een rechtsgeldige of volledige erkenning kunnen doen geschieden ( 1 ). Mag de notaris echter ook van een onvolledige of niet rechtsgeldige erkenning een notarieële acte opmaken'? Zal hij, om bij het door ons besproken geval te blijven, van eene erkenning door den vader zonder toestemming der moeder (welke erkenning volgens de ratio van art. 284 al. 1 B. W. niet rechtsgeldig, maar onvolledig is) een notarieële acte mogen passeeren ? Ja, zeer zeker! Wel is waar heeft zoodanige gebrekkige of onvolledige erkenning door den vader geen rechtsgevolgen, maar dit verplicht den notaris daarom nog niet om zijn ministerie te weigeren bij zoodanige erkenning, want de notaris behoeft geen rekening te houden met de omstandigheid of eenige handeling, welke men van hem verlangt in eene notarieële acte te constateeren, al dan geen rechtsgevolgen heeft, aangezien hij bevoegd is „om authentieke acten op te maken wegens alle handelingen, overeenkomsten en beschikkingen, waarvan eene algemeene verordening gebiedt of de belanghebbenden verlangen, dat bij authentiek geschrift blijken zal" (art. 1 Not. wet). Uitzonderingen op dezen regel vindt men in de art. 20 v.v. Not. wet, doch daaronder wordt niet genoemd het in authentiek geschrift brengen van een gebrekkige, onvolledige of niet rechtsgeldige erkenning, zoodat dit geval niet onder die uitzonderingen gebracht mag worden, daar uitzonderingen immer strictissimae interpretationis zijn. Acht evenwel de notaris het feit, dat aan een onvolledige erkenning geen rechtsgevolgen verbonden zijn, een zoo gegronde reden, dat hij daarom vermeent (') In dezen geest ook Houthuijsen in W. 1537.