aan het Hooggerechtshof een uitbreiding gegeven, geheel onevenredig aan den omvang van het korps aan welks spits het staat. Bij de herziening der indische wetgeving in 1848 werd de taak van den revisierechter aanmerkelijk uitgebreid en verzwaard. Sedert heeft het rechtsmiddel der revisie, — een appèl op dë stukken, omdat een tweede instantie met oraal debat voor de talrijke strafzaken van inlanders in een uitgebreid Kijk als Indië vooralsnog een onmogelijkheid is, bovendien uitnemend geschikt, om het besef van verantwoordelijkheid deiin het binnenland verspreide, aan zichzelf overgelaten rechterlijke ambtenaren levendig te houden — voortdurend zijn invloed op de samenstelling van het Hooggerechtshof doen gelden. Reeds in 1849 ontstond een achterstand in de revisie, die tot uitbreiding van het Hooggerechtshof en tot tijdelijke opdracht van een deel der revisie-rechtspraak aan de Kaden van Justitie aanleiding gaf. In 1867 wederom uibeiding van het Hooggerechtshof ten gevolge van achterstand. In 1879 tijdelijke opdracht van een deel der revisie-rechtspraak aan den Raad van Justitie te Batavia, ten einde den bestaanden achterstand op te ruimen. En in 1882, ten einde chronischen achterstand te bestrijden, wederom een belangrijke uitbreiding van het personeel en splitsing van het Hof, dat in 1848 uit één kamer had bestaan, in vier kamers. De bij het Koloniaal Verslag van 1893 gevoegde statistiek toont over de jaren 1885 tot 1890 een bedenkelijke vermeerdering van het aantal revisie-zaken aan, en doet twijfel rijzen of ook de tegenwoordige organisatie op den duur voldoende zal zijn, om aan den vloed van zaken het hoofd te kunnen bieden. Dit te meer, wannéér de aanhangige reorganisatie van het rechtswezen in de Vorstenlanden van Java haar beslag krijgt, en rechtsgeleerde landraadsvoorzitters daar worden toegelaten, hetgeen steeds vermeerdering van zaken voor de landraden schijnt mede te brengen.

Erger is het, dat de revisie en examinatie van landraadsvonnissen, thans aan het Hooggerechtshof opgedragen, de meening heeft doen ontstaan, dat er niet zooveel voor noodig is,