om een zetel in liet hoogste rechtscollege van Ned.-Indië te vervullen.

Juist de hooge eischen, gesteld aan het ambt, om welks vervulling het te doen is, waarborgen een juiste keuze van leden in den Hoogen Raad — merkt prof. Buys op (Grondw. Dl. II bl. 441). Een feit is het, dat het Hooggerechtshof van Nederlandsch-Indië toegankelijk is geworden voor ambtenaren, wier werkzaam verleden wel eerbied afdwingt, doch wier loopbaan een zoodanige is geweest, dat zij weinig of in het geheel niet met het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Koophandel en het Reglement op de burgerlijke rechtsvordering in aanraking zijn gekomen. Dit is te bedenkelijker, waar de jaarlijksche wisseling van leden ook aan zoodanige ambtenaren toegang kan geven tot de met de civiele rechtspraak in appèl belaste eerste kamer.

Het ongemotiveerde streven, om alle inlandsche misdrijfzaken, die op het uitgebreide Java en Madoera voorkomen, bij één rechtscollege samen te trekken, heeft ook op het rechtsmiddel der revisie zelf schadelijk gewerkt. In 1871 werd de revisie van vrijspraakvonnissen afgeschaft met de bedoeling, om de taak van het Hooggerechtshof te verlichten. Kan men vrede hebben met het beginsel: eens vrij blijft vrij, bedenkelijker was de afschaffing in 1872, met dezelfde bedoeling ondernomen, van de verplichte revisie van veroordeelende vonnissen.

In aanmerking genomen, dat de inlandsche veroordeelde, van rechtsgeleerden bijstand geheel verstoken, niet in staat en dikwerf zelfs te indolent is, om te beoordeelen, of het raadzaam is van het middel van revisie gebruik te maken, en dat aan den anderen kant de inlandsche officieren van justitie te weinig juridische ontwikkeling bezitten, om na te gaan, of het algemeen belang herziening van een vonnis eischt, verwondert het niet, dat de deskundigen in Indië eenparig het stelsel der facultatieve revisie veroordeeld hebben. Maar het is duidelijk, dat een geheele of gedeeltelijke terugkeer tot het stelsel der verplichte revisie, de taak van het Hooggerechtshof aanmerkelijk

LXVII. 14