door de kracht van den haar bezielenden geest dezen grootcn hoop zeiven overwint, moest zij niet slechts iets inwendigs, verborgens blijven, maar zij moest meer en meer eerien hervormenden invloed uitoefenen, als het zout en het zuurdeesem voor de menschheid. Door deze gemeenschap, welke zijn orgaan is, waarin Hij zelf heerschl, moest Christus zijn rijk als een wezenlijk rijk gedurig meer in de wereld vestigen; deze zelve aan zijne heerschappij onderwer-r pen, en in dezen zin zouden zij, die met Hem in gemeenschap stonden, reeds op aarde eene wereldheerschappij verkrijgen en uitoefenen. Het hoogste doel van deze ontwikkeling zoude eene volkomene verwezenlijking van het door Christus gestichte Godsrijk zijn, wat het uiterlijke bestaan aangaat, zoodat dit geheel met het idéé zoude overeenkomen. Zoo wilde Christus, in den waren zin, zich als Koning, zijne organen als deelgenooten in zijn wereldgebied teekenen, en in eenen reëlen zin sprak Hy over zijn rijk, dat op aarde zoude komen. Zoo konde Hij, daar Hij het plan van God, in het Oude Testament ontworpen en afgebeeld, wilde verwezenlijken, zich aan de beelden der Theocratische ontwikkeling aansluiten, die uit het Oude Testament afgeleid worden, daar Hij de in deze beelden verborgene reële waarheid in het bewustzijn der menschen wilde invoeren. Deze werden wel in den aanvang op eene zinnelijke wgze opgevat, doch jezus liet niet na den regten sleutel op zijnen tijd aan zijne leerlingen te geven.

Deze, naar mijn inzien, bondige redenering, welke niet weinig licht over de werkzaamheid van Christus verspreidt, erlangt nog meer kracht door de aanmerking, met welke deze afdeeling gesloten wordt, en welke wel behartigd diende ie worden door hen, die