willen 7.ien of het model, dat wij voor onzen Slaat aannemen, niet een' edeler' band oplevert, waarvan wij in hel nationaal gevoel ook de sporen vinden. In ccn huisgezin gevoelen broeders en zusters heigeen één' derzeive overkomt, als of hel hun zeiven aanging; waar één lid van het geheel lydt, daar lijdt elk als een deel van dat geheel, de vreugd van één lid is de vreugd van een iegelijk, die tot hetzelfde geheel behoort. Dat een dergelijk beginsel van onderlinge betrekking ook beslaat tusschen volksgenoolen, wordt nu door den Schrijver in eenige opmerkelijke voorbeelden, Engeland betreffende, aangetoond. Voorts er op gewezen, dat door dien band niet alleen de burgers onderling, maar ook te zamen met het hoofd van den Slaat, gelijk het gezin aan den vader, verbonden worden, waarbij weder treffende proeven uil «le geschiedenis worden gegeven, die aanwijzen, dat ook hier verkleefdheid en liefde, niet belang noch zelfs pliglgevoel, de verbindende kracht is. Niet alleen met de levenden, ook met de dooden voelt men zich alzoo verbonden: de zoon omvat het beeld des overledenen vaders met de genegenheid, die hij den levenden toedroeg; ja, hij gaat verder, hij heeft gevoel van betrekking op hen, welke zijn vader als zijne ouders liefhad, zoo gaat het terug lot het voorgeslacht. En dit is in staten en bij volken zoowel als in huisgezinnen. Ook daar wordt de gemeenschap door den dood niet verbroken, geen volk sluit er zijne voorvaders van uil, de levenden deelen in hunnen roem, zij kiezen hunne partij, en wij gevoelen bij het lezen hunner daden: zij ook behooren tot ons! Vandaar ook de standbeelden en gedenkleekenen, waardoor zij onder ons leven. De ware, met de mcnschelyke natuur meest overeenkomende reden,