allo Grieksche beschaafdheid. Maar onder de gelukkige regering van iiyrcahds? Ook toen was men wel veel verdiept in krijgszaken, maar er was over t geheel meer rust, vrede en welvaart, meer scheepvaart en buitenlandsehe handel, en er was veel meer rustige en vriendschappelijke Leirekking niet andere volken. Vermoedelijk namen de Joden nu van deze iets goeds over, en breidden uit of ontwikkelden, wat zij zelve goeds bezaten. Dan dit moest onder dc onwaardige afstammelingen van mattatiiias zoo al niet verloren gaan, allhans niet vermeerderd worden; verstand eu hart beide werden te veel afgeleid van t geen den nicnsch lot zijne bestemming nader brengt. Hebben de Romeinen hen vervolgens doen deelen in de vruchten hunner beschaafdheid, met hoe vele ondeugden, helaas! even overerfelyk, ging deze gepaard! Moesten niet het afschuwelijk karakler van iierodes cn de sleeds toenemende verdeeldheid en partijzucht op versland cn hart nadeelig werken? Gewis zou Israël veel zijn vooruitgegaan, als niet op hel gelukkig tijdperk van simon en uyrcakus een even ongelukkig was gevolgd. En zou de Letterkunde dier dagen een rijken oogst aanbieden? Geenszins; van de ballingschap af was er tc veel onrust, dan dat Israël een' grooten overvloed van letterkundige voortbrengselen zou leveren; men had andere zorgen, andere werkzaamheden , en allhans toen mars het hoofd opslak, moesten de Muzen zwijgen. En zijn er ook al in rustiger en gelukkiger lijden geweest, die door geschriften op hunne natie zochten te werken, de geschiedenis behandelden, weinig is er ons van overgebleven; cu uil dit weinige zal ons blijken, dal de Joodsc/ie Letterkunde over het geheel gecne vorderingen gemaakt heeft. Men verdiepte zich in de Ouden en