waar zich niemand meer om 7.011 of zou mogen hekommeren. Het boekje des Hecren v. d. k. herinnerde ons levendig hoe noodig de ijver van lutiier was tegen de Juristen als Wetgevers en Regeerders der Evangelische Kerk. Want deze groote man begreep teregt, dat een Jurist ligtelijk ook als Wetgever of Bestuurder der Evangelische Kerk Jurist zou willen zijn en dat daardoor haar wezen zou te gronde gaan. — »Het einde der wet is Christus" (19).

Wij gaan over tot de vermelding -van een geheel ander werk, tot het belangrijkste en omvattendste, dat in het vorige jaar in dit vak is \erschenen, Over Staatsregt, Hervormd Kerkbestuur en Separatismus. Naar aanleiding van het geschrift van Mr. g. groen van prinsterer: »Be Maatregelen tegen de afgescheidenen aan het Staatsregt getoetst." Door p. boeles, bij den drukker dezes in het begin van 1838 uitgekomen. Het op den titel genoemde werkje van den Heer groen wordt hier in meer dan 300 bladzijden nagegaan, ontleed en wederlegd, en wel zoo, dat en het bedriegelijke der redeneringen en het ontrouwe in de opgave der daadzaken en in de aanhaling der reglementen in het werkje van dien Heer voor aller cog duidelijk wordt uiteengezet, zoodat bet voor den Heer groen wel wenschelijk ware geweest, dat hij zulk een naauwkeurig onderzoeker niet hadde verkregen, of eigenlijk , dat hij zijn vlugschriftje niet hadde gegeven.

(10) Het jubeljaar der Kerkhervorming, 1817, werd teregt ook gevierd door een boekje van den ijverigen jonathan schuderoff, den onvermoeiden kamper voor eene Evangelisch-vrije Kerk, ten titel hebbende: Die Juristen in der proiestantischen Kirchc nacb Luihcr.