kleur en het verais van het nieuwe geven, of ook omgekeerd : in het wezen der zaak blijft het onderscheid altijd bestaan. Er kan ja zamenvoeging, bijcenbrenging, maar geene vereeniging en zamenstemming plaats hebben. Het blijft altijd — stukwerk. Hoe kan dit ook anders ? Naar den onderscheidenen aard van het Oude en Nieuwe Verbond is eene volledige vereeniging van het een met het ander niet denkbaar.

Laat de geschiedenis voor ons spreken!

Iedere proeve, ondernomen met oogmerk, om het Oude met het Nieuwe Verbond te vereenigen, heeft slechts gediend, om het onbestaanbare van zoodanige •vereeniging te meer in het licht te stellen. Reeds in de dagen der Apostelen wilden sommigen onder de Christenen de spijswetten der Joden en de besnijdenis des Ouden Verbonds hebben bijbehouden. Aanstonds gaf dat scheuring en verdeeldheid, die eerst werd weggenomen, nadat men gemeenschappelijk besloten had, den broederen geen nieuw juk weder op te leggen. Ook petrus, eerst van meening de vorige instellingen in aanwezen te houden en met de belijdenis van het Evangelie te verbinden, kwam, van Gods wege beter onderrigt en door paulus, den Apostel der vrijheid, wedersproken weldra van deze dwaling terug, en begon het ongepaste en onbestaanbare van zoodanige vereeniging in te zien (16). Bij het verder doorbreken van het licht des Nieuwen Verbonds moest als van zelf datgene, wat daarin nog van het Oude was overgebleven, verdwijnen en wegvallen. Die tempel- en altaardienst, die

(16) Verg. Hand. X. XV. Gal. II.