zich God voor le stellen als dengenen, die Hem aan de menschen overgaf en zijnen dood door hen liet ten uitvoer brengen.

Met betrekking evenwel lol zich zeiven ging jezus verder, en beschouwde zijnen dood als door God Hem opgelegd (§ 4). Zoo zeide Hij vrijwillig zijn leven af te leggen, in het bewustzijn, dat Hij daarom van zijnen Vader geliefd werd, er bijvoegende, dat Hij dat gebod van zijnen Vader had ontvangen (46). Zijne Discipelen opwekkende , om te gaan naar Gethsemane, is zijne taal: » Opdat de wereld wele, dat ik den Vader liefhebbe, en doe gelijk mij de Vader geboden heeft, staat op" (47). En omstreeks denzelfden tyd, als verheven boven den dood en de magt der wereld (48): » Ik heb volbragt het werk , dat Gij mij gegeven hebt, om te doen" (49), waaruit volgt, dat Hij ook dien dood beschouwde als een werk, Hem ter vervulling door den Vader opgelegd. Had eindelijk jezus in Gethsemane, toen Hij van den drinkbeker sprak, Hem door zijnen Vader gegeven, daarmede vooral zijnen dood voor oogen (50), dan bewijst ook deze uitdrukking, dat Hij dien dood beschouwde als den wil zijns hemelschen Vaders, waaraan Hij zich moest onderwerpen. Hiertoe behooren ook al die plaatsen, waar Hij van zijn lijden, verhoogd worden en sterven als een moeten sprak (51),

(46) Joh. X: 17, 18. (47) Joh. XIV: 31.

(48) Zie Joh. XVII: II , 12 vv. (49) H. XVII: 4.

(50) Joh. XVIII: 11. Matth. XXVI: 39 vv.

(51) Mare. VIII: 31. Matth. XVI: 2t. Luc. XVII: 25. Joh. III : 14. Bij deze "voor dit onderwerp in het algemeen zoo gewigtige plaats, dient in dit opzigt nog wel aangemerkt te worden, dat dit vioeton te duidelijker als eene Goddelijke beschikking uit-