Thomas hamerken werd in den jare 1380 te Kempen (waarschijnlijk het Keulsche stadje van dien naam), uit geringe, doch zeer godvruchtige ouders geboren. Te Deventer ontving hij onder de leiding en bescherming van zekeren florehtius, den toenmaligen bestuurder van de Broederschap des gemeenen levens, zijne wetenschappelijke opvoeding en werd door diens toedoen, 20 jaren oud, Kweekeling, en 5 jaren daarna, Monnik in het pas gestichte Klooster van den lerg der II. Agnes, bij Zwolle, waar hij als Onderprior in den hoogen ouderdom van 92 jaren stierf. Men kan van hem zeggen, dat zijn geheele wandel op aarde zich afspiegelt in zijne Schriften, die den geest van nederige, ongeveinsde vroomheid ademen en van de reinste en vurigste begeerte getuigen , om God te verheerlijken en ciikistus na te volgen. Men kan ze niet lezen zonder den Schrijver te achten en lief te hebben, al zouden ze ook in vorm en inhoud veel behelzen, hetgeen met onze zienswijze minder overeenkomt.

Thomas doorzag volkomen, dat de hoofdstrekking des Christendoms geene andere is, dan de ontwikkeling en bevordering van een inwendig, geestelijk leven in de gemeenschap met God en den Zaligmaker. Daarom was het gemoed hem de eigenlijke zetel der godsdienst. De destijds zoo jammerlijk miskende en verkrachte regten des harten te handhaven en de behoeften te vervullen van den inwendigen mcnsch, was het doel van zijn streven en schrijven. Het hart toch hield hij voor 's menschen kostelijkste bezitting, die boven alles te bewaren is en hooger te schatten dan alle overige dingen, hooger ook dan kennis en