gunstig op die zeden; doch ook deelde z,ij in de deugden , zonder welke hare nog steeds klimmende heerschappij niet ware te verklaren. Reeds vroeger, bij den inval der Barbaren, oefenden Priesters hun ambt met troosten, redden en zich op te offeren. Eene geheele -verworpenheid van zeden bij hen aan te nemen, kwam vooral uit Monniks-bekrompenheid of afkeer van de wereld.

Aflaat. Stee.ls was bij geld en werk de bekeering des harten voorondersteld. Doch verlichte Kerkleeraars erkenden, dat de Kerk zich in groote verzoeking gebragt had, om geld en werk in plaats van bekeering des harten aan te merken.

Scholastiek. Onder den invloed der Scholastiek dreigde het Christendom in haarfijne ontledingen en spitsvondige betoogen onder te gaan, en zijn' goddelijken geest en ernst te verliezen in den strijd over woorden. Men zocht de Kerkleer in systematischen zamenhang te brengen. Evenwel kan men daarin geene poging miskennen om zich zijns geloofs meer bewust te worden. Het onderhield almede de noodzakelijke en weldadige wrijving en beweging, die het geestelijk leven voor eenen droevigen dood bewaarden. Bij al het drooge en koude, dat het uit zijnen aard bezat, heeft het toch medegewerkt ter bevordering der helderheid in verstandsbegrippen en Ier oefening voor den geest, om zich niet in donkere gevoelens te verliezen, maar te schiften en te scheiden , en de overtuiging van het hart, zoover die daaronder bestaan kon, tot meerdere klaarheid te brengen.

Mystiek was meer voor het volk — heeft veel verwoesting aangerigt. Groot was het gevaar, om onder deszelfs invloed tot allerlei dwaasheid en bijgeloof