houden. De Koning van Pruissen komt niet alleen o[> voor de regten zijner kroon, maar -verdedigt de regten van icderen Protestant in Europa legen Pauselijke aanvallen , en daarom zijn zijne maatregelen voor iederen Protestant, ook in de verst afgelegene landen der wereld, hoogst belangrijk, en moet over dezelve de Goddelijke zegen worden afgesmeekt."

»Het is Lekend, dat Rome nooit haar oud plan van algemeene opperheerschappij heeft laten varen, of ook maar de geringste afkeuring heeft te kennen gegeven van het gedrag dergene, die zich aanmatigden de kroon van eenen Engelschen Vorst aan eenen Franschen Koning aan te bieden, of het Koningrijk Ierland als een leen van Rome te beschouwen. Ieder regtsgeleerde weet, dat zulke aanmatigingen nog als onbetwistbare Pauselijke regten in het Kanoniek Regt geleerd worden; maar velen meenden, dat zoo zij al uit schaamte of om zich zelve niet te weêrspreken, geen' harer onfeilbare Priesters wilde veroordeelen, zij evenwel met de daad en voor altoos van alle hoop ter herkrijging harer verlorene oppermagt afstand had gedaan. De gebeurtenissen der laatste vijftig jaren schenen de mogelijkheid eener Pauselijke heerschappij vernietigd te hebben. De eischen echter door rius VII op het Congres te Weenen gedaan, en zijne verklaring tegen de daar beslotene eindschikkingen, waren berekend, om meer dan een bloot vermoeden op te wekken, dat de laatste zevenhonderd jaren het veld der Pauselijke bedoelingen en uitzigten onveranderd hadden gelaten; de verheffing van menschen, als leo XII en gregobius XVI, gaf genoegzaam te kennen , dat de vergadering van Kardinalen nog iets anders beoogde, dan de bevordering van godsdienst en zedelijkheid. De driestheid, aan den dag gelegd in