sic prediking der Apostelen ingang vinden bij sommigen , 7.00 moeslen hevige wind en vurige tongen , verbazing en ontroering verwekken; zoude een syui.us m den gekruisigde gelooven, zoo was het noodig, dat deze op eene overtuigende wijze zijne heerlijkheid aan hem kenbaar maakte; zoude een stokbewaarder zijn heil in Christus leeren stellen, 't was noodig, dat hy eerst zijne onmagt en hulpeloosheid, tot wanhoop

'oc, gevoelde.

Wachten wij ons noglans wel, om deze verschillende verschijnselen lot het wezen van den aanvang der bekeering le brengen , of dezelve met de eigenlijke bekeering te verwarren. Dit is maar al te dikwijls geschied, en daaruit zijn zulke vreemde denkbeelden over de Goddelijke bekeering gesproten , meer geschikt °m de menschen te verdeelen, dan om hen in Christus le vereenigen. Wat toch werkten die uiterlijke verschijnselen eigenlijk uit? de bekeeiing? of slechts bet mogelijk maken van den aanvang der bekcenng. Immers0 het laatste. Hoe toch zouden wij anders bij eenen sauixs , eenen stokbewaarder en bij de ontroerden op het eerste Pinksterfeest, zoo gelijkelijk hooren vragen : »Wat moeten wij doen, om zalig te worden,' ten blijke, dat zij daarvan op dat zelfde oogenblik nog geheel onkundig waren, indien er in die teekenen ïelve eenige kracht ter zaliging ware opgesloten. Geefl de Heer wel, aan eenen enkelen der aldus ontroerden , onmiddelgk onderrigt van den weg der zaligheid? Of worden zij niet allen verwezen tot degene, die jezus christus predikten, en is niet die prediking de bron , waaruit de mensch zijne zonde , en den Vei'osser van dezelve feert kennen !

Die verscheidenheid in de roeping diende dus om allen, die door christus behouden zouden worden, 1840. 30