geheel onderscheiden waren. Paulus, der Heidenen Apostel, de bekende voorstander der Christelijke vrijheid, was doorgaans in strijd met Joodschgczinde leeraren , welke hunne uiterlijke vormen aan het Christendom , alsof dit alleen eene meer volmaakte wet was, wilden opdringen. In sommigen der Gemeenten, waaraan hij schreef, bijzonder in die van Rome en Galatiƫ, waren dezulken ingeslopen en zij hadden ingang gevonden , zoodat het te vreezen stond , dat men , terugkeerende tot de eerste beginselen der wereld, een Wettisch leven met het Christendom zou verbinden, waardoor spoedig het leven des geloofs zou worden verdrongen. Hiertegen te waken is het streven van paulus , en hij moet daartoe doen gevoelen, dat een leven naar de wet onvereenigbaar is met het leven des geloofs, dat het eene legen het andere is overgesteld. Joiiannes daarentegen, niet in dien strijd gewikkeld, niet aan zulken, noch bij dat gevaar schrijvende , had noch doel, noch aanleiding om het onderscheid tusschen het leven naar de wet en het leven uit het geloof opzettelijk aan te duiden en te ontwiktelen.

Maar gelijk hetgeen wij lot hiertoe zagen meer in de bijzondere levensomstandigheden van paulus gevonden wordt, zoo is er ook in die van johannes het een en ander op te merken, dat tot verklaring van zyne wijze van voorstellen en het verschil, dat er tussehen deze en die van paulus te dezen opzigle is, Niet weinig kan bijbrengen. Joiiannes had den Heer persoonlijk gekend; hij was als leerling door Hem gedurende zijn leven op aarde gevormd. Hij had Hem gehoord wanneer Hg sprak, en vermaande, en zijnen 'peilingen gebood. Die woorden des Heeren waren hem dierbaar; daarom sprak hij gaarne van ile ver1840. ' J5