hoogere wetenschappen en mei name ook voor de Godgeleerdheid, opvoeding, vorming van menscben voor de waarheid. Ook Lij hetgeen wij in dit Tijdschrift trachten te doen, erkennen wij gaarne, hoepel wij aan hem hebben te danken en hoeveel invloed iij op een iegelijk onzer, hetzij meer onmiddellijk als zijne leerlingen, hetzij door middel van elkander, op allen daarenboven door zijne geschriften, gehad heeftWaarom wij het dan ook niet ongepast, maar volkomen met den aard van ons Tijdschrift overeenkomende, regtmatig en billijk oordeelden, eene hulde aan hem, m zijne vorming van toekomstige Godgeleerden, door een' zijner dankbare leerlingen hem toegebragt, m hetzelve op te nemen (1). Ook zijne in het vorige jaar uitgekomen geschriften hebben dezelfde strekking, en moeten door ons hier met een woord vermeld worden. Weemoedig doen wij het, omdat het de laatste zijn, die wij, althans door hem zeiven geheel afgewerkt, van zijne hand ontvangen.

Reeds het eerste dezer geschriften , waarin de voornaamste der Oude Wijsgeeren, ook door vergelijking met elkander en met de latere beoefening der Wijsgeerfe, in derzelver verschillende eigenaardigheid beschreven worden, (Characlerwmi Principum. Philosophoruvi Feter urn, Socratis, Platonis, Aristotelix,

(1) I.. g. pareau , Tijdschrift 1830. IV. Ten zelfden tijde schetste een ander zijner echte leerlingen, de TJtrechtsehe lloogleeraar „. ,r. Roïaarbs, ran Heusde en zijn onderwijs als paedagogisch tot de Godgeleerde wetenschappen, en gaf dit onlang» i„ het licht te ge ijk met zijne -voortreffelijke voorlezing over vak iieuïdk als' Geschiedkundige en Leeraur der geschiedenis, ütr. 1830 Men kan ook hier vergelijken de zoo in stof als vorm uitmuntende redevoering van den Leidschen lloogleeraar c. muis va» der hoeve:*, De Inshtutione Academica, letjd, 1810.

'