Gods plannen niet te. leur stellen of zoeken te verhaasten , soms bescheiden zijn oordeel op. Het meest karakteristieke echter van het geheele werk is het groot gewigt, dat gelegd wordt op nog onvervulde voorspellingen des Ouden Verhonds, welke naar bet inzigt des Schrijvers handelen van eene toekomstige terugkeering des Israëlietischen volks naar Kanaan, en van den nog verder verwijderden gelukstaat van een zoogenaamd duizendjarig rijk. De wijze, waarop de Schrijver zijne denkbeelden daarover uit de oude Profeten afleidt, bewijst althans, dat het hem niel ontbreekt aan eenen hoogen dunk nopens hel vergezigt van deze Godsmannen. Wat de voorstelling zelve aangaat, vrij hebben die zelden zoo sterk elders aangetroffen. Wiet alleen wordt eenmaal gansch Israël in deszelfs Vaderland, onder zijnen wettigen Koning uit het geslacht van david, de beroemdste en gelukkigste maatschappij, een voorbeeld en licht voor andere natieën, maar ook aloude godsdienstplegtigheden , besnijdenis, tempel, offerdienst schijnen, hoewel dan ook anders gewijzigd, mede als onderscheiding van Israël te zullen hersteld worden. En zelfs in den nog hoogeren gelukstaat, waarvan dit Godsrijk onder Israël nog maar een voorsmaak zal opleveren, en die eenmaal op eene nieuwe aarde, waar geregtigheid woont, zal plaats hebben, zal hel nationale van Israël niet geheel verloren gaan, en dit oude Godsvolk nog steeds eenig praerogatief hebben. In hoever nu dit met regt uit de voorspellingen des Ouden Verbonds wordt afgeleid, te onderzoeken en alzoo de verklaringen des Schrijvers ter toetse te brengen, kunnen wij, die hier reeds le uitvoerig geweest zijn, niet doen, en wij voegen het er gaarne bij, de zaak boezemt ons le weinig belang in. Wij misgunnen den Joden de be-