schrevenè voorreglen niet; «ij mogen het ook gaarne Se», Ja, men ** br ^en »» eene «dnkl*. toekomst op aarde verlustige, als men 11 ... Je geestelijke goederen va» bet G»<ta# «

hoop op ilen hemel volkomen genoeg heeft. Maar J k»„„e» bij Je rigting, die ™h '» V*"*

openbaart e» .eb elders in ons Vaderland een» ons daar niet bevreemdenden weerklank vindt ( ), d e voorstellingen .Is van bet uiterste gevv.g. op den voorgrond te plaatsen, de herinnering n.et teroghouden ^ dat de CHRISTtJS oob gestorven is om c aar s gciinde verwachting» der Joden or».re»t„» njb .» vernietigen; dat het Evangelie do heerhjke heeft niet om nalieën van elkander te onderschei den maar om onder allen, als menschen het Godsik te stichten; dat desxelfs doel en werking u om van het zigtbare lot het omigtbare, van het aardsche tot het hemelsclie, van het uiterlijke tot het geesleSe' meer en meer op te leiden. Daaraan nu twgfelt wel niemand; maar men vrage dan ook, of daarmede overeenkomstig, of daaraan bevorderlijk ^ kan he als de voltooijing des Chnstendoms verheffen eene. voorstelling, waarin voor hel minst het zuiver geestelijke met niet weinig uiterlijks en zinnelijks vereenig. is.

Omtrent de boeken, die gewoonlijk tot de Apocryphen ot Pfe»depigr»phe» des Oude» Testament, gerekend worden, bobben «ij eene geleerde Vertelling te vermelden over het ...«genaamde IV Boek

(7) Met name vooral io de Stemmen en Beschouwden over clLensl, Staat-, Geschied- en Letterende.