de oude Profeten moet lezen, niet ongewone allegorische verklaring gebezigd, eenigzins overeenkomende met hetgeen door swedenborg onder den dieperen zin der Schrift verstaan wordt (17). Zonderlinge proeven van dezelve, zoo over het Nieuwe als Oude Teslament, vinden wij door hel geheele hoek henen, soms in kolommen, waar aan de eene zijde de letterlijke woorden der Heilige Schrift, en aan den anderen kant derzelver diepere zin slaan uitgedrukt. Bijzonder mag hier ook eene lijst van woorden uit het Oude Testament, op hl. 108 volgg., als eene proeve van een woordenboek van diepcren Schriftzin genoemd worden. Wij behoeven onze Lezers wel naauwelijks te doen opmerken, dat dit werk tot de eigenlijk Myslieke geschriften behoort en dat het betoog zelve, hoe krachliglijk ook gevoerd, wel geene anderen, dan die zich in deze wijze van Schriftverklaren voegen kan, zal overtuigen, noch van hetgeen de eerste Chrislenen bezalen, noch van hetgeen nu verloren is, als berustende het eene en het andere op eene te zinnelijke voorstelling van den heiligen geest. En evenwel is het ons een merkwaardig boek. Gelijk in de geschriften van vroegere Mystieken en Theosophen , vinden wij ook hier vele voortreffelijke diepe en het gemoed aangrypende plaatsen. Ons oog valt daar b. v. op de beschrijving van ware nederigheid, bl. 101: »De duivel eischt ook nederigheid van zijne dienaren en dat zij zijn — hoe lager hoe liever! God daarentegen eischt nederige geringac/t/wjr van zich

(17) Onlangs opzettelijk verdedigd, in een werk, dat naar aanaanleiding van dat van stbauss en de daardoor veroorzaakte geschriften is uitgegeven , Swedcnbory und scinc Gegner von Dr. I. F. wjuitllei. tafel , I Th. Tübini/. 1838.