van Christus , die alleen ons genoeg ware" (17). Eu zoo is het dan ook erasmus doorgaande gewoonte, om al de dwaze bijgeloovigheden zijner eeuw, vooral liet Monnikenleven, vasten, ter bedevaart gaan, en dergelijke zaken, eenvoudig weg Joodsche gewoonten te noemen (18). Terwijl ik ten slotte nog opmerk, dat met erasmus gezegden zijne handelwijze overeenstemt , daar hij zich weinig om het Oude Verbond heeft bekommerd, maar lot hoofdwerk van zijn leven gemaakt, de uitgave en verklaring des Kieuwen Verbonds.

Zoo zien wij , dat de voornaamste voorbereiders der Hervorming wel het Bijbelonderzoek hebben aanbevolen ; maar in den Bijhei vooral het Evangelie of de boodschap van Gods genade in jezus Christus hebben onderscheiden, onderzocht en aangeprezen. Gaan wij nu na, hoe de Hervormers zelve hierover hebben gesproken en hierin gehandeld.

De meeste aandacht moeten wij hier aan luther wijden, dewijl hij aan de Hervorming den eersten eri grootsten schok heeft gegeven, welks kracht zij lang heeft gevoeld, ja nu nog in vele opzigten gevoelt. Als wij nu de schriften dezes grooten mans openslaan , vinden wij van den eersten brief, welke ons van hem is bewaard, lot aan zijne laatste werken, éénen naam telkens wederkeeren, en wij dwalen niet,

(17) Epist. Appendix N°. 272, Opp. T. III. P. II.

(18) Men zie b. v, de plaats uit zijn Handboek des Christel ijken Strijders, aangehaald in dit Tijdschrift, 1840, II. 381, zijn Lof der Zotheid, \ele Brieven, enz.