sehc vocaalpunten (104), Het Griekscli van liet Nieuwe Testament is (was althans vroeger bij hen) zuiver en classiek. Geene dwaling, ook in de aardrijks- en natuurkunde, is in den Bijbel te vinden. Want, 7.00 spraken zij ten minste vroeger, slechts mond en handen hadden de heilige mannen aan Gods geest geleend. Zoo kwam een zeker Superintendent in Gotha, nitsche , in 1714 er toe, om eene Dissertatie te schrijven, ยป>of de Heilige Schrift God zij," en verdedigde de groole ernesti nog de woord-ingeving des Bijbels, terwijl vele verdedigers des Christendoms den Sisyphus-arbeid op zich namen, om al wat in den Bijbel staat, tegen de zwarigheden en spotternijen der ongeloovigen als goed, waar en Goddelijk te verdedigen.

Indien deze beschouwing van den Bijbel voor waar moest gehouden worden, dan zoude God zekerlijk zijnen Zoon niet op aarde hebben gezonden, maar een hoek; of Hij had, gelijk de Mohamedanen van hunnen Koran beweeren, eenen Engel dit bock laten dicteren. Dan zou de Almagtige ten minste gezorgd hebben, dat er een vaste canon of catalogus van Bijbelboeken bestond, zoodat men niet onzeker behoefde te vragen, of dit of dat boek ook Goddelijk zij, dan niet. Dan zou Hij gezorgd hebben, dat er geene verschillende lezingen ontstonden, zoodat men nu op menige plaats onzeker is, wal de ware woorden zyn door de heilige mannen gebruikt. Dan zou Hij of den Bijbel zoo duidelijk hebben laten beschrijven, dat cr geen verschil van uillegging mogelijk ware, of benevens den onfeilbaren Bijbel een' onfeil-

(104) Verg. boven bi. 731.