Moeder, de drie Kruiselingcu, de Messiaspsalm, de Dorst, de Terugblik, liet Voornilzigt, de Wonderen, liet Graf. Gelijk hieruit reeds blijkt, is de aard en aanleg van dit Deel gelirel gelijk aan hel vorige, hetwelk in ons Tijdschrift reeds in deszelfs kenmerkenden aard geschetst is (9). Het schitterende en vernuftige van stijl en gehcele inecmetting kan niet nalaten vele Lezers voor deze Leerredenen te trekken, hoewel derzclver aard ons anders voorkomt veelmeer in den geest der Franschen te vallen, dart in den oud -Nederlandschen geest gestemd te zijn. Wij zouden dezelve dus ook aan dezulke onder onze beschaafde Christenen, die bij voorkeur veelal Fransche lectuur beminnen, ter lezing meer . dan wel aan onze jonge

Nederlandsche Predikers ter navolging, aanbevelen.

Wij kunnen niet nalaten bij deze gelegenheid onzen vvensch uit te drukken, dat wij ook nog eens Leerredenen over jezus lijden mogen hooren of lezen, die ons niet hoofdzakelijk of alleen bij de voor achtien eeuwen plaats gehad hebbende geschiedenis, als zoodanige, verplaatsen; maar ons meer bepaald en regtstreeks wijzen op God, gelijk Hij zich door die geschiedenis geopenbaard heeft in zijn eeuwig en onveranderlijk wezen, en op den nu in den hemel levenden Heiland, gelijk Hij doorzijn lijden en sterven zich kenbaar gemaakt heeft in dien heiligen , standvastigen, liefdevollen en hemelschen geest, waardoor Hij ook nu nog steeds is en blijft onze eenige Zaligmaker. Zulke beschouwingen van jezus lijden, meenen wij, zijn bij de Apostelen en bij den Schrijver aan de Hebreen de heerschende, en dezelve zouden veel luin-

(9) Tijdschrift. 1839. IV. 875 volg.

1840.