kennis leven, als ook aanspoort, om zelve met te meer moed en ijver de zuivere kennis van ciiristus voort te planten. — In de bijgevoegde geschiedkundige bijzonderheden ware menige verbetering aan te brengen.

De Hoogleeraar w. c. kist heeft met de herinnering der invoering van het Christendom in ons "Vaderland de gewone jaarlijksche herdenking van den zegen der Kerkhervorming gepaard, en zijne Leerrede ter vieling van beide uitgegeven, met een naschrift over Willïbrord (Leiden 1839). Uit zijn tekst, Ephes. II: 19-22, nam hij gereede aanleiding, om eerst den zegen te schetsen, dien de eerste Evangelieverkondiging reeds verschafte in de verbanning van hel Heidendom en eene voor die tijden geschikte invoering van het Christendom, maar dan ook den niet minder rijken zegen, dien de Kerkhervorming aanbragt door ons aan Christus alleen te verbinden, de eenvoudige, reine Evangelieleer te schenken en tot de dienst van God in geest en waarheid op te leiden. Daarna bepaalt hij ons nog, even als de Apostel, bij het uitzigt op steeds hoogere volmaking der Gemeente, waartoe de beschouwing der geschiedenis van zelve opwekt, als welke zoo sprekend leert, dat ook in ons Vaderland op de onvolmaakte eerste prediking de veel betere Hervorming gevolgd is. Door zulke herinneringen en blijde uitzigten worden wij dan ten slotte gedrongen, om in geloof, hoop en liefde ons geheel Gode te wijden.

Het groote resultaat, dat door deze twee Redenaars eenparig is in het licht gesteld, het groote resultaat, hetwelk de geschiedenis der Kerk zoo blijkbaar oplevert , moge in aller harte geschreven staan: indien maar Christus , al is het dan ook onvolmaakt, gepredikt wordt, kan het niet anders of dit Goddelijk