Eerst de wagen vol kisten voor den leeftocht en den ruil, dan de wagen waarop koffers voor heilige vaten en de misgewaden.

Eiken wagen trokken zestien ossen.

Daarachter volgden een zestal ossen voor de reserve en een drift schapen en geiten voor de proviand.

En zoo dagen en zoo weken, trok de missiekaravaan.

En iederen avond als de groote, wereld-wijde stilte slechts verbroken werd door geknars der wielen en geplomp der beestenpooten, langzaam en eentonig : geknars der wielen en geplomp der beestenpooten, klonk er uit den tweeden wagen machtig mannengezang : beide missionarissen met hun leekebroeders zongen na hun bidden het Salve Regina — opwelling van liefde, zoo vanzelf aan het einde van den dag, tot haar, onder wier koninklijke hoede zij het welslagen van hun gevaarlijken tocht hadden gesteld, uiting van vertrouwen bij hun apostolisch ongeduld.

En al de drijvers, jongbekeerden, zongen zoo goed 'zij konden

mee.

Maar naast den drijver op den eersten wagen, zat een man die nimmer zong, starend voor zich uit naar de nachtelijke verte . de gids, een oud-officier van het koloniale leger, een protestant.

En eindelijk zouden zij inlanders ontmoeten. Achter het eerstvolgend meer, had de gids beloofd.

Zij trokken langs dat meer. Op de grijze spiegeling dobberden wilde eenden en ganzen, die voor hen weg plonsden tusschen de azuren nenufaren. Honderden flamingo's schrokken voor hen op : een wolk van louter morgenrood. Met gestrekt-hangende pooten stegen die steil naar het hemelblauw, zwenkten, en zweefden heen : een blije dageraad over de geel-en-groene velden.

Uit die velden liepen weldra de inlanders te hoop, en volgden schuchter op een afstand de karavaan; zij beurden op hun hoofden breede manden pompoenen en meloenen en maïs en gierst.

Maar om te ruilen wenkten de missionarissen hen nog niet.

Toen kwam uit een mieren-warhoop van ellendige stroohutten de hoofdman hen tegemoet. De missionarissen stegen uit en met hun gids als tolk begroetten zij het hoofd, schonken hem een bonten

IHS