len. Tegen dat hij aan de normaalichool van Ferrières bijna is afgestudeerd, voelt hij zich nog hooger geoepen. Priester wil hij worden, en jaat naar het klein seminarie over. Reeds is hij tamelijk ver in jaren gevorderd, maar als het er op aankomt, kan hij doorzetten.

Een gewone jongen besteedt aan de humanoria minstens zes jaar. Dank zij afzonderlijke lessen spoedt hij zich in vier jaar deze studies door. Veel prijzen behaal je op zulke haastige manier niet, doch op zekeren dag moest hij meedingen naar een prijs uitgeloofd onder al de colleges van het bisdom. Je moest een Fransch opstel schrijven : over den missionaris. Het thema bracht Hubert op dreef en hij won den prijs.

23 September 1900 gaat te Aarlen zijn noviciaat in. Een fiksche baas was hij, waar weieens geen tegenhouden aan was. In het tweede jaar proeftijd wordt de jeugdige vuurvreter ziek. Op raad van den arts gaat hij het noviciaat voltooien te Drongen, studeert er vervolgens twee jaar letteren. Van 1904 tot

1906 legt hij zich te Leuven toe op de wijsbegeerte, bewaakt een jaartje leerlingen in het Gentsche Sint Barbara-college en mag op 3 October

1907 eindelijk ! naar Kwango uitvaren.

Daar moest hij aan het werk in een land waar heinde en ver de

IHS