Goede moordenaar.

Een aanzienlijk Japanner had een menschenleven op zijn kerfstok. Geweten en politie namen het hem kwalijk en een Portugeesch vaartuig nam hem op. Zoo was de moordenaar in handen gevallen van een scheepskapitein goed bevriend met Xaverius. Tegen politioneelen hinder weet de kapitein den sukkelaar te beveiligen, tegen wroeging niet, maar hij kent een arts die poeder bereidt tegen dien knaagworm.

Toendertijd was elke zeereis in het verre Oosten een kwestie van maanden, dikwijls van jaren. Met Xaverius' vriend vaart de Jap naar Malakka over, mist er Xaverius, zeilt teleurgesteld naar Japan terug. « Reeds waren de bergen van zijn vaderland in 't zicht toen een vreeselijke storm zijn schip met den ondergang bedreigde en het naar China terugwierp. Het doodsgevaar had in hem het verlangen naar het Doopsel nog versterkt. » (1 )

Hansjiro aanvaardt een nieuwe reis naar Malakka, waar de kennismaking met Franciscus beiden ten zeerste voldeed; zoodat de moordenaar vurig Roomsch werd en de bekeerder zich in die mate op de Jappen verslingerde, dat hij er het leven bij inschoot.

Dit vroegtijdig afsterven kon Azië's grooten apostel maar weinig schelen. In den hemel zou voortaan de bekeering van Nippon evengoed worden voortgezet. Die bekeering schoot inderdaad voorspoedig op; na een halve eeuw waren — om beslist niet te overdrijven ! — ruim een half millioen Japanners voor Christus gewonnen.

Onuitroeibaar.

En dat bekeeringswerk beklijfde ! Nu ja, Franciscus leek begaafd met een bijzonder scherpen flair om te verkennen en wegen te banen. Was het soms ook hij die van uit den hemel den Luksem-

(1 ) G. Schurhammer. — De Heilige Franciscus Xaverius, vertaald door M. Verheylezoon, Leuven, Xaveriana, 1927, blz. 184.

IHS