Het is trouwens bespottelijk zich bijster druk te maken wegens aardsche ellende. Gansch deze tijdelijke wereld is toch maar een collectieve illusie ! Het lief en het leed zijn allebei even wezenloos.

Wel, we zullen eens kijken, wat voor indruk de leedbegoocheling op hen maken zal, wanneer zij hen treft ! Voorloopig wil ik hun het bewijs leveren, dat de kasteloosheid onafwendbaar te meenen, dat dit nu tenminste eens een illusie is.

Zijn eerste oorveeg bracht Ambedkar het Hindoeïsme toe op 13 October 1935, toen hij voor een opgewonden vergadering van 10.000 kasteloozen uit de Bombay Presidency gedurende anderhalf uur tegen het Hindoeïsme een vernietigend requisitoir uitsprak. (Over deze bijeenkomst zie ook in Jezuiëtenmissies van September-October 1936, blz. 13.).

Eerst was het slechts opschudding, wat de heftige verklaring van den Bombayschen leider bij de kaste-Hindoes verwekte. Dadelijk bleken zijn woorden allesbehalve van belang ontbloot; toch hoopten de Hindoes nog, dat de dreigende uittocht der kasteloozen uit het Hindoeïsme beperkt blijven zou tot de Bombay Presidency, de streek van Ambedkar. Een poos heerschte de wildste verwarring onder de Hindoes, toen de houding van den grooten paria-leider uiterst aanstekelijk werkte.

Ambedkar acht voor zijn Indische menschen religie een levensbehoefte. Wat een godsdienst ? Weet hij zelf misschien nog niet...

De verdere ontwikkeling van Ambedkar's beweging hebben onze lezers reeds te lezen gekregen in voormeld September-Octobernummer 1936, blz. 6-15, en in de nummers van November en December jI., blz. 108-120 en 209-221.

IHS