■■■

eerbiedigen van andermans eigendom ingescherpt, of liever letter^ ingepeperd. Peper wordt hem in de oogen gestrooid. Ofwel drukken v,er ferme knuisten den dief languit met 2ijn buikje tegen den grond, om alzoo het zitvlak door een vijfde hand doell fe laten bewerken. Eens bleek een duivekatersch diefje onverbeterlijk. Slag op slag werd ie betrapt en gekastijd. Het was

.riTnrrchen-Ten einde raad wreven ze ^ h-|e

I brandende graswisschen in. Eer de brandwonden gansch

genezen waren, waren zijn vingers alweer te lang geworden

Als de jonge neger de kans klaar vindt om niet te hoeven voor vader en moeder te werken, is hij de pijp uit om met kameraadjes vogelnesten te plunderen, te visschen, ratten te vangen of rupsen

smikkelen. ^ ^ Zij" buit lekker °P"

« Mijn ideaal van zaligheid en deugd,

t Volmaakte waar ik immer naar zal streven »

Z0°| fnÏ!'n f6ite 6lk nikkert'e- dat is m'in leven la'ng vlug en veel te bikken en te bijten.

Om de witte verschijning.

Op zekeren dag komt een raar mensch het dorp in. Van zijn hchaam zijn nauwelijks een deel van het gelaat en de handen zichtbaar. De zichtbare huid is bleek. Voor het overige bestaat de rarekiek uit een blonden baard en witte kleeren. Schielijk maken de kinderen zich uit de voeten, uit de zwarte voeten van de witte verschijning, naar achter de hut waar moeder maniok fijn te stampen zit.

Gewone zwarten vergezellen echter het bleekgezicht in het wit en die rasgenooten brengen de negerkinderen weer op hun gemak « Neen deze getabberde mijnheer bedoelt het bijlange niet kwaad met jullie. » Ze verstoutten zich hem te naderen en met kleurige prentjes lieten ze d'r hartjes inpalmen.

Nadien kwam de tabberd nog weer, maar toen boezemde hij de kinderen geen den minsten schrik meer in. Ditmaal zat hij langdurig met hoofd en ouderlingen van het dorp te redekavelen De kinderen vernamen later, dat een buitengewoon ruime hut ter eere van God gebouwd zou worden en dat in of bij deze hut een

' IHS