« Sa, Pintus, waar heb je dien naam gestolen ? Pintus ? Zulk een heilige heb ik nog in geen kalender ontmoet !

— Kya jane, wat weet ik daar van, Saheb ?

— Pintus... Pintus, dat moet van Pontius Pilatus afstammen.... - Han, aisa ho sakta, ja dat kan wel waar zijn.... Van Pintus

Plantus, ja... »

En Bonifaas, een meester uit Mandar, die schokte van het lachen om de vergissing van zijn vriend, spotte : « Ha, ha ! Pintus Plantus ! Hij kan niet eens Piontus Palitus herhalen ! »

Akkerleven.

Ik vertrok later per fiets, een « rit naar de zon ». De omtrek is eentonig. Rond Lundri was het mansvolk bezig met het dorschen. Over een plek harden grond in de nabijheid van het dorp draaien vijf, zes ossen, de koppen kort bijeen gebonden, als in een malle-

IHS

■