Wenscht hij een der dochters van een dorpsgenoot tot vrouw, de vader denkt er niet aan ze hem te weigeren. Hij zal den machtige vergezellen naar de moskee, het contract wordt gesloten, en aan het arme kind wordt meegedeeld, dat haar de groote eer is te beurt gevallen, de tweede, derde of vierde echtgenoote te zijn van den kadji. De zusters van Mendoet zouden u tragische verhalen kunnen doen van meisjes, die rillend van angst, luid schreiend een toevlucht zochten binnen de beschermende muren van haar klooster.

Uit den aard van de zaak is de hooggeëerde kadji een beslist tegenstander van den katholieken godsdienst, en dit om meer dan één reden.

De eerste en nog de beste is zijn godsdienst, 't Is een opmerkelijk feit : hoe onverschillig de gewone dessa-Javaan ook is voor godsdienst, speciaal voor den Islam, is hij over de zee geweest en heeft hij ginds in het westen het heilige land Arabië betreden, dan keert hij terug als fanatiek muzelman. En laat het zijn dat hij daar ginds door Bedoeïenen van zijn spaarcenten is bevrijd, laat hij al het dwaze, roofgierige gedoe van Mekka en zijn bewoners hebben gezien en ondervonden, hij is een vurig Islamiet geworden, die ritueele gebeden en afwasschingen doet, op houten sandalen rondloopt om zijn voetzolen niet te verontreinigen.

Hij is geworden de levende heilige, de uitgelezene van Allah. Dus staat hij tegenover het christendom als de vijand. En die vijandige gezindheid zal hij inprenten in den geest zijner familieleden, in den geest zijner dorpsgenooten.

Ik wandelde eens met een onzer leerlingen door een dessa niet ver van hier. Kleine kinderen kwamen nieuwsgierig naderbij. Mijn metgezel wilde met dat kindervolkje een praatje maken, maar opeens verscheen om den hoek van den steenen wal, die een erf omsloot, een oude-vrouwengezicht. Een nijdig gebaar... en de kinderen stoven uiteen.

Onberekenbaar is de invloed die uitgaat van zoo 'n heilige, helaas niet ten goede; zijn werk is negatief, uitzonderingen natuurlijk daargelaten.

Ziet hem zitten op de treden zijner pendapa, het kaal geschoren hoofd bedekt met de kleine roode of witte kalot. Zijn gezicht

i——^— I Ha