Lidschap voor de verbeelding te roepen dc steenrots der woestijn, lot welke oudtijds de dorstende vaderen kwamen, om zich aan den stroom, die er uil

voortvloeide, le laven?

Ook jezus zag men in den tempel. O, had de verblinde natie Hem gekend, hare geestdrift zou gewis voor iels hoogers ontvonkt zijn geworden ; de heugelijke herinnering des voorledenen zou geweken zijn voor liet edeler genot des tegenwoordigen tijds; de zinnelijke vreugde over Gods goedheid in de vervulling van ligchamelijke behoefte zou plaats gemaakt hebben voor heilige blijdschap over de liefde des Allerhoogste, die nu eenc andere bron, en wel van levend geestelijk water, had ontsloten, eene bron, waarvan dc steenrots, welker aandenken men zinnebeeldig poogde le vernieuwen, zehe niets meer dan een zinnebeeld

kon genaamd worden (1) !

Wij stellen ons den Zaligmaker voor, hoe Hij, op zijne wijze deelende in dc godsdienstige blijdschap des feeslcs, le gelijk met een meewarig oog hel vreugdebedrijf zijner volksgenooten aanzag en naarmate le dien dage vooral liet bewustzijn van het doel zijner komst op aarde zich levendiger in zijn binnenste gevoelen deed, le minder een bitter gevoel kon bedwingen van innige smarl over de beletselen, die der bereiking van datzelfde doel in den weg stonden. Noglans, hoe moedwillig onvatbaar de nalie ook zijn mogt voor de verlossing, die Hij kwam aanbrengen , en hoe zwaar en bang Hem de strijd moest vallen tegen de wereld voor het behoud der wereld; Hij volhardt met kloeken moed en grijpt iedere gelegenheid aan, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.

(1) Verg. 1 Cor. X : 4.