onderwerpt en onderdanig is. Ik ontken geenszins, dat bij daardoor eene zekere mate van geluk deelachtig kan zijn, gelijk ome Schrijver zegt; immers indien het juk zacht en liefelijk is, indien de leiders, aan welke zich de mensch onderwerpt, vriendelijk en goedhartig zijn, kan hij zich aangenaam en wel gevoelen bij die onderwerping en onder dat juk. Zoo was het b. v. in de beroemde Republiek van Paraguaya, waarin de Indianen door de Jezuïeten, die deze republiek hadden gesticht, vaderlijk werden geleid, en aan welker beschrijving jiuratori den titel gaf: Het gelukkige Christendom. Maar deze Indianen bleven dan toch ook — kinderen , kinderen, zonder eigenen wil en eigene kracht, zonder opgewektheid van geest, zonder nadenken en zelfstandigheid. Dit nu kwam wel volmaakt overeen met het doel der Jezuïeten, welke hen gaarne kinderlijk geluk wilden doen smaken, mits zij dan ook voor de Orde arbeidden en deze rijk en maglig maakten; maar dit strookt niet met het doel van God met den mensch, althans zoo wij graser, van heusde, tegnér en anderen mogen gelooven, dat zelfstandigheid de vrucht van de opvoeding en van het leven moet

zijn; 0f wij hen kunnen gelooven, zullen wij nog

een weinig later indenken.

Is volgens den Luikschen Bisschop buigen , onderwerpen en een juk opleggen het doel der opvoeding, het is dan de vraag, voor wien de menschen moeten buigen, aan wien zich onderwerpen , wiens juk dragen. Zijn gewone antwoord is, de godsdienst. Maar niet zelden wordt godsdienst bij hem ook verwisseld met Christelijke, Katholijke godsdienst.; deze met Katholijke Kerk; deze eindelijk met Katholijke Geestelijkheid. De bewijsvoering er voor is deze: (I. 12,